Door op 6 september 2013

Nieuwe natuur in Flevoland: Het beste van vier werelden?

Afgelopen woensdag was er tijdens de Statendag een technische sessie “Kijkrichtingen Nieuwe Natuur in Flevoland”. De bedoeling was om de Statenleden en andere geïnteresseerden/betrokkenen een verdieping te bieden over de vier kijkrichtingen die de basis vormen van het plan van aanpak voor de nieuwe natuur in Flevoland. Dit plan van aanpak komt voort uit het rapport van Roel Bekker en dat kwam weer voort uit het afblazen van het project Oostvaarderswold.
Zie de website van de Provincie Flevoland voor meer informatie en het concept plan van aanpak: http://flevoland.nl/wat-doen-we/grote-projecten/nieuwe-natuur/

De eerste spreker was Petra van Egmond van het Planbureau van de leefomgeving. Zij gaf een toelichting op de vier kijkrichtingen:

  • Vitale natuur (In deze kijkrichting staat het herstel en behoud van biodiversiteit voorop. De aandacht gaat vooral uit naar natuur die buiten de landsgrenzen schaars is. Zo pakt Nederland zijn internationale verantwoordelijkheid op en draagt het bij aan het behoud van biodiversiteit in Europa.)
  • Beleefbare natuur (In deze kijkrichting biedt de natuur bovenal een mooie en fijne leefomgeving. Mensen kunnen zich ontspannen in de vele natuurgebieden in en om de stad, maar ook elders, bijvoorbeeld aan de kust.)
  • Functionele natuur (In deze kijkrichting levert de natuur de mens diensten en producten. De samenleving verkiest de duurzame oplossingen van de natuur boven technisch vernuft. Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen staat voorop in deze oriëntatie.)
  • Inpasbare natuur (In deze kijkrichting maakt de mens gebruik van natuur. In en rond natuurgebieden bruist het van de economische activiteiten. Het groen en het water vormen hiervoor een aantrekkelijke omgeving.)

Zie voor een uitgebreidere beschrijving de website van het Planbureau voor de Leefomgeving: http://themasites.pbl.nl/natuurverkenning/kijkrichtingen-voor-natuur

De tweede spreker was Han Olff, hoogleraar ecologie en natuurbeheer (RUG). Hij pleite voor minder starheid rondom natuur en meer integrale aanpak en grensoverschrijdend denken.

De derde spreker was Kees Bastmeijer, hoogleraar natuurbeschermings- en waterrecht (TU). Hij begon met zijn eigen natuurervaringen in Groenland, waar hij de Induk (vroeger Eskimo’s genoemd) bezocht en onderzoek deed naar de manier waarop zij met de natuur om hen heen omgaan. Hij zegt: ‘Traditionele Inuit hebben maar één leefregel die je “ethisch” zou kunnen noemen: “Neem niet meer weg van de natuur dan je nodig hebt om te leven binnen de draagkracht van de natuur.”’ Door hun directe afhankelijkheid van de natuur leren ook Inuit-kinderen van jongs af aan hoe verbonden zij zijn met de natuur. Westerse kinderen raken die verbondenheid steeds meer kwijt. Volgens Bastmeijer is de natuur zogenaamd beschermd, maar tegen ambities van burgers en bedrijven om activiteiten te ondernemen zegt de overheid bijna altijd “ja” met wat voorwaarden om de schade wat te beperken.’
Volgens de hoogleraar gaat het bij de wetgevingsdiscussies er vooral om ‘de mens zo weinig mogelijk last te laten ervaren van natuurbeschermingsmaatregelen. Er is een zoektocht om de harde kantjes van de Europese Natura 2000-richtlijnen bij te vijlen, om ze draaglijk voor ondernemers en overheden te maken. Maar,’ zegt hij, ‘het Europese recht is zo rigide, omdat het bar slecht gaat met bijzondere natuur. Die regelgeving moet niet soepeler.’ Doordat de natuur zich in zo’n slechte staat bevindt, moet de overheid harder ingrijpen, waardoor de mogelijkheden voor burgers worden ingeperkt, wat weer voor minder draagvlak onder die burgers zorgt.
Dat signaal wordt door de overheid opgepikt en vertaald naar versoepeling van de regels. Een negatieve spiraal, waarin de natuur het onderspit delft.
Vervolgens kraakte hij ook het plan van aanpak Nieuwe Natuur in Flevoland en vooral de concept meetlat af. Volgens hem zouden ecologische en biodiversiteitswaarden (kijkrichting vitale natuur) altijd de basis moeten zijn van een mogelijke meetlat en niet zoals in het huidige concept minder dan 20% mogen uitmaken van de criteria.

Na deze sprekers volgde er een paneldiscussie met o.a. onze oud fractie-voorzitter André Rijsdorp, initiatiefnemer van het belevenissenbos en de Markerwadden. Waarbij hij vooral een vurig pleidooi hield om met nieuwe natuur te letten op de schaal en dan hoe groter hoe beter. Want hoe groter de schaal hoe meer en beter je de verschillende criteria en kijkrichtingen kan bedienen.

Al met al een zeer inspirerende middag wat genoeg stof geeft voor een goede opinieronde op 25 september a.s. Dan zullen de Staten verder praten over het plan van aanpak nieuwe natuur en de bijbehorende meetlat. De inzet van de PvdA fractie zal zijn om alle kijkrichtingen zo goed mogelijk te combineren. Beleefbaarheid van natuur en herstel van de biodiversiteit zullen de basis vormen van onze insteek.