Mijn Natura 2000

18 november 2019

Een aantal natuurgebieden is internationaal gezien zo belangrijk dat ze deel uitmaken van een Europees netwerk van natuurgebieden: het Natura 2000 netwerk.

In de Natura 2000-gebieden worden de internationaal gezien waardevolle flora en fauna duurzaam beschermd. Han Olff, hoogleraar Ecologie & Natuurbeheer, roept ons op om onder de hashtag #mijnnatuurblijft een foto te posten van een Natura 2000 gebied waar je niet zonder kunt. Ik heb twee van die gebieden die wat mij betreft onlosmakelijk verbonden zijn met mijn Flevoland-gevoel.

Nederland kent ruim 160 Natura 2000-gebieden. Dit Natura 2000-netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle Vogel- of Habitatrichtlijngebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben.

Markermeer

Het Markermeer ontstond in 1976 als gevolg van voltooiing van de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad. In luwere en ondiepere delen van het Markermeer, zoals de Gouwzee (het deelgebied tussen het eiland Marken en het vasteland van Noord-Holland dat is aangewezen onder de Habitatrichtlijn) en de kustzone Muiden zijn kranswierbegroeiingen ontstaan. Momenteel bevat het zuidelijk deel van de Gouwzee de grootste oppervlakte aan kranswiervegetatie met sterkranswier in ons land. De kranswieren vormen in de zomer en de herfst een belangrijke voedselbron voor o.a. krooneenden. Belangrijk broedgebied voor visetende watervogels (visdief). Het Markermeer/IJmeer is van belang voor visetende (fuut, aalscholver, nonnetje, grote zaagbek, dwergmeeuw, zwarte stern), mosseletende (kuifeend, tafeleend, topper) en waterplantenetende (krooneend, meerkoet, tafeleend) watervogels.

Voor de soorten van de eerste twee categorieën zijn de omstandigheden in de jaren negentig verslechterd door afname van de driehoekmossel in het Markermeer en afname van de spiering in zowel het IJsselmeer als het Markermeer. Het eerste proces is verbonden aan afname van de voedselrijkdom na de aanleg van de Houtribdijk in combinatie met de hoge sliblast, het tweede proces is mogelijk klimaatgerelateerd. Ondanks afname is vooral het aantal kuifeenden en het aantal nonnetjes nog steeds van internationale en grote nationale betekenis. De betekenis van het gebied voor grote concentraties ruiende watervogels is niet verminderd. De Gouwzee heeft een bijzondere betekenis door het voorkomen van een groot veld sterkranswier, waarop door grote aantallen duikende herbivoren (krooneend, tafeleend, meerkoet) wordt gefoerageerd.

Oostvaardersplassen

De Oostvaardersplassen zijn ontstaan in het voorheen diepste en natste deel van de Zuidelijk Flevoland en werden behouden toen de zich ontwikkelende natuurwaarden aanleiding waren om de bestemming van industriegebied te wijzigen in natuurgebied. De omliggende delen van de polder klonken vervolgens in en om het gebied nat te kunnen houden werd ruim de helft van het gebied in 1976 omgeven door een kade, waardoor hier afzonderlijk peilbeheer mogelijk is. Na wisselingen van waterstanden en verdeling in een westelijk en een oostelijk deel kan het water tegenwoordig bij een hoge waterstand weer vrijelijk stromen en functioneert het omdijkte deel van het moeras als één geheel. Het waterpeil wordt bepaald door natuurlijke variaties in neerslag en verdamping. In de tweede helft van de jaren negentig is het oostelijke deel van het buitendijkse gebied vernat en zijn zowel in het westen als in het oosten, aansluitend op het binnendijkse gebied, uitgebreide complexen van poelen aangelegd.

In 2018 is er nieuw beleid voor de Oostvaardersplassen geformuleerd. De keuzes die zijn gemaakt leggen de basis voor de toekomst en het uiterlijk van dit bijzondere (vogel)gebied. In het nieuwe beheerplan voor de Oostvaardersplassen is het doel om een halfopen landschap te creëren, met naast open water en grasland voldoende riet, struwelen en ruigtes om de Natura 2000-doelen te borgen en de biodiversiteit te verhogen. Uitgangspunt is het behouden en verbeteren van het leefgebied van 31 vogelsoorten die afhankelijk zijn van het uitgestrekte wetland. Daarom wordt gewerkt aan de ‘reset’ van het moeras, zodat er een groter, vitaler broed- en foerageergebied ontstaat voor een groot aantal moerasvogels. Ook worden stukken van het grasland natter gemaakt en investeert Staatsbosbeheer meer in beschutting. Om de landschappelijke variatie te realiseren, stuurt Staatsbosbeheer op de aantallen grazers in het gebied en breidt SBB de mogelijkheden voor bezoekers uit om de natuur te beleven.

Willem de Jager, fractievoorzitter PvdA Flevoland