Door op 24 december 2014

Flinke stap vooruit voor Flevokust

Op woensdagavond 17 december 2014 heeft de Provinciale Staten van Flevoland unaniem ingestemd met de realisatie van de haven van Flevokust. De inpassingsplannen voor de haven en de geluidszone en het investeringsvoorstel zijn goedgekeurd. Precies een jaar nadat de provincie het initiatief van gemeente Lelystad overnam is een geheel nieuw, haalbaar plan ontwikkeld en uitgewerkt. De volgende stap is het opstellen een aanbestedingsprocedure in het voorjaar van 2015.

Op 17 december 2013 wees de gemeenteraad van Lelystad de toen voorliggende plannen bij gebrek aan middelen en als gevolg van weerstand bij raadsleden en inwoners van de hand. Maar voor de regio is Flevokust een belangrijk economische structuurversterking die al jaren in de agenda van de provincie staat. De PvdA wil met deze investering de werkgelegenheid in de regio stimuleren. Daarom kwam de PvdA een dag na het besluit van de gemeenteraad op 18 december 2013 met een motie om alles in het werk te stellen om Flevokust alsnog te realiseren. Provinciale Staten stemde hiermee in.

Vanaf begin 2014 heeft de provincie, samen met de gemeente, het Waterschap en Rijkswaterstaat, gewerkt aan nieuwe, haalbare plannen voor Flevokust. Na een variantenstudie is gekozen voor een ander, kleiner ontwerp: een buitendijkse haven en een binnendijks ‘nat’ industrieterrein. Aan het begin van de zomer hebben gemeente en provincie een knip in de plannen gezet en de taken verdeeld: gemeente Lelystad ontwikkelt het binnendijkse industrieterrein en de provincie neemt de ontwikkeling van de buitendijkse haven op zich.

De huidige plannen en het investeringsbesluit van 17 december 2014 gelden dus alleen voor de haven en geven goede aanknopingspunten voor de binnendijkse ontwikkeling. Gemeente Lelystad zal naar verwachting in de eerste maanden van 2015 besluiten of zij het industrieterrein zelf gaan ontwikkelen, of dat zij de provincie vragen de realisatie daarvan over te nemen. Een binnendijkse ontwikkeling zal de buitendijkse natuurlijk vanzelfsprekend versterken.

Naar verwachting start de aanbesteding voor de aanleg van de haven in het voorjaar van 2015. Omdat het investeringsvoorstel marktgevoelige informatie omvat is het voorstel geheim en in beslotenheid behandeld en goedgekeurd. De geheimhoudingsplicht is ten minste geldig tot na de aanbesteding van de haven. Wel openbaar is de informatie dat de provincie € 5 miljoen uit de Zuiderzeelijn-gelden in de haven investeert. Daarnaast ontvangt het havenproject bijna € 10 miljoen aan subsidies: € 7,4 miljoen vanuit Beter Benutten en € 2,5 miljoen vanuit EFRO.

Provinciale Staten hebben op 17 december ook de beide voorliggende provinciale inpassingsplannen (PIP’s) vastgesteld: het PIP voor Flevokust havenontwikkeling en het PIP Geluidzone. Op de plannen en het besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. De beide nu vastgestelde inpassingsplannen zijn na inspraakprocedures op meerdere punten aangepast. Van de ingekomen zienswijzen, de reactie van de gemeenteraad in een hoorzitting en het advies van de Commissie M.E.R. heeft de provincie dankbaar gebruik gemaakt. Op de beide vastgestelde PIP’s is nog beroep bij de Raad van State mogelijk tot en met 16 februari 2015.

Op 25 november 2014 hebben provincie Flevoland en de Theo Pouw Groep een overeenkomst getekend waarmee CTU, onderdeel van de Theo Pouw Groep, de exploitant wordt van de nieuwe containerterminal van de buitendijkse haven van Flevokust. Door deze overeenkomst zijn de financiële risico’s voor de provincie aanzienlijk beperkt. Lelystad is voor de Theo Pouw Groep een buitengewoon interessante locatie voor een containerterminal.

De provincie en Waterschap Zuiderzeeland hebben op 30 oktober 2014 een bestuursovereenkomst rond Flevokust haven ondertekend. Partijen zullen zich, ieder vanuit hun eigen werkveld, inspannen om de realisatie van de haven mogelijk te maken met een lokale kruinverlaging en gelijktijdig de dijkveiligheid te vergroten. De haven en de dijk zullen toekomstbestendig en veilig zijn door nu alvast rekening te houden met de strengere toekomstige waterveiligheidsnormen in het ontwerp.