30 juli 2013

Socialer en sterker?

Om maar direct het antwoord op de vraag te geven: dat lijkt er bepaald niet op. En het nare is dat onze partij daaraan in het beleid bijdraagt. Dat is een pijnlijke vaststelling, maar – helaas- de feiten liggen er. De extreme bezuinigingen hebben diep insnijdende en ontwrichtende gevolgen, die veelal onder de roepnaam ‘ hervormingen’ worden gepresenteerd. Zo wordt een begrip in politieke termen vervormd. Deze aanpassingen ( ook al zo’n verhullend woord) worden sector gewijs doorgevoerd in de vorm van grote vermindering van budgetten en personeel. Laten we enkele van deze ingrepen bij wijze van voorbeeld de revue laten passeren.

Om te beginnen een van de meest in het oog lopende, namelijk die in de sector zorg- en hulpverlening. De regering wil van de directe verantwoordelijkheid af, onder de aanroep dat het beter dicht bij de hulpvragers kan gebeuren, i.c. de gemeenten. Tegelijkertijd wordt het budget krachtig besnoeid, zodat een grote bezuiniging kan worden ingeboekt. Wij moeten, net als in vroeger tijden, meer terugvallen op bijstand van familie en burenhulp. Maar die tijden zijn er niet meer. Afhankelijk zijn van de toevallige en dus onzekere, maar vaak ook ondeskundige hulp en bijstand van goedwillende buren en familieleden; dat hebben wij achter ons gelaten. De moderne samenleving kent niet meer de knusse buurt waar familie dicht bij elkaar woont en elkaar op elk ogenblik kan bijstaan. Er zijn geen extended families meer, grote huishoudens die onder één dak of in één straat of buurt wonen. De huishoudens zijn klein, wonen sterk verspreid en de leden van die huishoudens hebben hun eigen besognes en werkkring, vaak ver buiten de buurt of woonplaats. Zo zijn de maatschappelijke feiten. Dat draaien wij niet terug. Geeft dit beleid dan een ‘socialer’ Nederland? Maar wat voor begrip van ‘sociaal’ hoort daar dan bij… Het keukentafelgesprek met een gemeentelijk ambtenaar met weinig budget en teveel vragers, onder grote druk van de gemeentelijke financiën? Hoe gaat dat in arme gemeenten? En hoe in rijke? Moet je geluk hebben dat je in gemeente A of gemeente B ziek of hulpbehoevend wordt? Het dankjewel zeggen tegen de welwillende bevriende of verwante dienstverlener die wat tijd over heeft? Wat geeft dat voor nare toestanden? Tegelijkertijd verliezen door dit beleid onnoemelijk veel mensen hun zinrijke werk. Zinrijk voor zowel hulpverlener als hulpvrager.

Een tweede voorbeeld. De rechtspraak wordt ook al ‘hervormd’ . Uit heel veel steden , vooral die buiten de Randstad, worden de rechtbanken weggehaald ( soms uit gloednieuwe gebouwen!) en gecentraliseerd in steden die vaak ver buiten de getroffen provincies liggen. Tegelijkertijd wordt er sterk bezuinigd op de personeelssterkte, worden er gevangenissen en andere instellingen gesloten en wordt de rechtsgang voor veel mensen bemoeilijkt, complexer en ontoegankelijker gemaakt. Het rechtstelsel is in grote verwarring. Maakt dit Nederland sterker en socialer?

Een derde voorbeeld. Ons land kent een goed en betrouwbaar pensioenstelsel. Dat heeft grote rust gebracht in het leven van de werkende mensen, die immers na hun loopbaan een redelijk verzekerd bestaan tegemoet konden zien. Ook dat is niet veilig voor dit kabinet. Eerst worden de fondsen gedwongen een historisch niet te verdedigen lage rente aan te houden voor de langlopende verplichtingen. Het gevolg: kortingen op toch al niet geïndexeerde ( met de prijsstijging meegaande) uitkeringen. Dat houdt in dat de gepensioneerden in ons land al een reële inkomensdaling van zo’ n tien procent moeten verduren, en daarbovenop nog eens jaarlijkse nominale kortingen moeten verwachten. Zo schiet het goed op met het verschralen van de inkomens. Bedenk dat gepensioneerden zich niet meer kunnen indekken door werk en/of besparingen. En, alsof het niet erg genoeg is, wil het kabinet de premies verlagen zodat de fondsen nog zwakker komen te staan. Waarom? Omdat zo de inkomens wat kunnen toenemen en daardoor ook de belastinginkomsten toenemen. Daarbij wordt er, en passant, van uitgegaan dat de toekomstige generaties toch langer doorwerken en zo de schade kunnen inhalen. Wat een wrede redenering! Veel mensen kennen immers geen levenslange vaste betrekking meer, zeker niet als het aan dit kabinet ligt. Immers, de arbeidsmarkt moet flexibeler (nog zo’n hervorming) als gevolg waarvan jongeren – zo hoopt men- vlugger aangenomen worden en ouderen eerder – zo is de verwachting- ontslagen kunnen worden. Die ouderen , zo weten wij, krijgen na ontslag nauwelijks nog toetreding in een nieuwe betrekking. Maakt dit beleid Nederland socialer en sterker? Onze partij heeft een lange geschiedenis van knokken voor een goede pensioenvoorziening. Moet die voor wat korte termijn zilverlingen worden aangetast?

Een vierde feit. De woningcorporaties, ook al zo’n instelling met een lange sociale geschiedenis, worden – gedwongen door een heffing – krachtig bij te dragen aan het bezuinigingsbeleid. Daaronder veel corporaties die met grote zorg en moeite geld hebben bijeengebracht om aan hun doelstelling te kunnen voldoen. Bovendien moeten zij de daarvoor geschikte delen van hun bezit op de markt ( jawel daar is ie weer) brengen. Zo blijven zij zodanig gekortwiekt achter dat zij niet meer toekomen aan hun taak: sociale woningen bouwen. Maakt dat Nederland ‘socialer en sterker’?

En tenslotte. Het kabinet laat met ongepaste trots weten dat een groot deel van het overheidspersoneel kan worden gemist. ( het heet dan: niet vervangen). Andere overheidsinstellingen zullen wel in dit bezuinigingsspoor moeten volgen omdat zij ook door rijkskortingen worden beknot. Bovendien worden de ambtenaren ( zijn dat ook niet gewoon ‘werkers’?) op de nullijn gehouden. Dat stimuleert natuurlijk ook niet. Ik laat het bij deze navrante voorbeelden die sociaal verzwakkend uitwerken. Inmiddels is de werkgelegenheid mede door dit beleid in een duikvlucht geraakt, staan jongeren én ouderen steeds meer aan de kant. Met minder zekerheid op inkomen, uitkering en pensioen. Als het consumentenvertrouwen zo diep daalt is dat ook een ander woord voor een gebrek aan bestaanszekerheid. Dat is niet wat onze partij in de campagne bedoelde met een sterker en socialer Nederland. Natuurlijk de crisis heeft zich daarna verdiept. Natuurlijk, de crisis is wijder dan Nederland. Maar de bestrijding moet socialer. Niet afbreken, maar meer en eerlijker laten bijdragen door mensen die het goed of teveel van het goede hebben. En geen terugwijkende, maar initiërende en investerende overheid. Het Haagse uitruilspel van bezuinigingsdossiers wordt een politieke anorexia, die zich vooral aan de armere en zwakkere kant van de maatschappij doet voelen : te pijnlijk, te vernietigend.

Henk Licher