3. Klimaat en energie
Verkiezingsprogramma

3. Klimaat en energie

Ons aandeel in een betere wereld

Van energiedoelstellingen naar klimaatdoelstellingen

“Het is moeilijk om te zien als je er middenin zit, maar de laatste vijf jaar is de klimaattransitie al stukken verbeterd. Er worden records gebroken met de installatie van zonnepanelen en windmolens. De groei zet door, de prijzen van schone energiebronnen dalen.”
Diederik Samsom

Als Flevoland kunnen we trots zijn op onze positie: koploper als het gaat om het opwekken van hernieuwbare energie. In totaal leiden alle zon- en windenergieprojecten in Flevoland tot de prachtig bijdrage van 5,8 Terawattuur (TWh) aan de landelijke opgave van 35 Terawattuur opwek van duurzame energie op land in 2030. Maar daarmee zijn we er nog niet.

In april 2021 constateerde de provincie dat ondanks de koppositie, het niet haalbaar is om volledig energieneutraal te zijn. Dat betekent dat de productie van hernieuwbare energie uit zon en wind fors zou moeten toenemen om dat wel te bereiken. Ook aan het produceren van zonne- en windenergie zitten grenzen, zowel voor wat betreft draagvlak als voor wat betreft de beschikbare netcapaciteit. Bovendien, een energieneutrale provincie is niet per definitie klimaatneutraal. En dat is wel de doelstelling die we met elkaar -in de klimaatwet- afgesproken hebben.

We moeten dus de blik verbreden naar klimaatbeleid en het reduceren van broeikasgassen. Vandaar dat de PvdA voorstander is van het opstellen van een klimaatplan, waarbij doelstellingen geformuleerd worden op het gebied van elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, landbouw en landgebruik en mobiliteit. Per thema is landelijk bepaald wat de CO2-emissiereductie in 2030 zal moeten zijn. We pleiten ervoor om ook voor Flevoland heldere doelstellingen op te nemen. Landelijk is de afspraak om over ruim zeven jaar 55 procent minder CO2 uit te stoten. Een deel van die reductie wordt middels landelijke maatregelen bereikt. De PvdA vindt dat in het klimaatplan een maximale inspanning moet worden gepleegd om ook te komen tot regionale reductie. Het gesprek met concrete getallen kunnen we pas voeren als het ontwerp-klimaatplan klaar is, maar we gaan voor een maximale inspanning.

Een voorbeeld. De Maximacentrale is verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de emissies. Door de centrale te ondersteunen bij het overschakelen op waterstof kan die uitstoot fors gereduceerd worden. Daarnaast zijn ook landbouw en mobiliteit thema’s waar een forse reductie te bereiken is. De industrie levert in Flevoland, vergeleken met veel van de ons omringende provincies, een beperkte bijdrage. Toch kan ook hier “CO2 winst” geboekt worden door de energiebesparingsmaatregelen, die nu al verplicht zijn, daadwerkelijk toe te passen en hier ook toezicht op te organiseren. Bij mobiliteit wordt er middels Regionale Mobiliteitsprogramma’s al hard gewerkt aan reductie van de uitstoot. Flevoland doet dat samen met Noord Holland. De doelstelling van dit Regionaal Mobiliteitsplan voor Noord Holland en Flevoland is de CO2 uitstoot in beide provincies te verlagen naar 4,2 megaton in 2030 (was 5,46 megaton in 2017).

Ten slotte, het gaat om een integrale aanpak. De gebiedsgebonden aanpak in het kader van de reductie van stikstof kan en moet ook effect hebben op de uitstoot van bijvoorbeeld de landbouw. Maar dan moeten we wel integraal durven kijken.

De energietransitie

De energietransitie draait om het verbinden van drie aspecten van het energiegebruik: aanbod, vraag en distributie.

Aanbod van energie

Het gaat hierbij om de duurzame opwek (grootschalig en kleinschalig) van elektriciteit met wind en zon en het gebruik van (geo)warmte. We zijn als PvdA tevreden met ons Regioplan Wind. We willen dat dit regioplan onverkort wordt uitgevoerd. Concreet betekent dit dat er rekening gehouden is met in totaal tenminste 413 molens, excl. een aantal PM-posten. Daarmee wordt voldaan aan de doelstelling meer vermogen met minder molens en rust in het landschap door lijnopstellingen.

Vaak wordt gezegd dat het daarmee klaar is. De PvdA deelt die uitspraak niet. Wellicht is er ruimte voor meer. We vinden dat we dat moeten onderzoeken. Maar wel met een harde voorwaarde: de plannen moeten landschappelijk in te passen zijn, draagvlak in de omgeving is een voorwaarde en bij voorkeur betreft het een initiatief van onze eigen inwoners. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat bij duurzame projecten gestreefd moet worden naar tenminste 50% lokaal eigendom. Dit is wat ons betreft een absoluut minimum. Bovendien dient een aanzienlijk deel van de opbrengsten terecht te komen bij de deelnemende direct omwonenden dan wel in een omgevingsfonds. Nog beter is het als door de opbrengsten te verhogen, de aan de afnemers doorbelaste prijzen substantieel verlaagd kunnen worden. Dit draagt bij aan de financiering van faciliteiten die direct ten goede komen aan de lokale gemeenschap. Onder die voorwaarden zijn we bereid meer windmolens te overwegen en leggen we ons niet neer bij een uitspraak dat Flevoland op slot gaat voor nieuwe windmolens.

Daarbij realiseren we ons dat specifiek bij windturbines er vraagstukken spelen zoals slagschaduw, trillingen en bedreiging van biodiversiteit. Het is eens temeer reden om zeer zorgvuldig te zijn bij de keuze waar deze windturbines kunnen worden geplaatst en ook om maximaal gebruik te maken van elders geleerde lessen, zoals verschillende kleuren voor de wieken ter bescherming van vogels en het waar mogelijk achterwege laten van rode flitslichten. De PvdA is bereid middelen uit te trekken om samen met de rijksoverheid en initiatiefnemers van windparken de windparken te voorzien van systemen waarbij de rode lichten alleen aangaan bij de nadering van een vliegtuig. Zo verminderen we samen de overlast.

Voor zon geldt wat ons betreft een vergelijkbare redenering. De PvdA is niet voor het plaatsen van zonnepanelen als dat ten koste gaat van vruchtbare landbouwgrond. Daarin is de zonneladder onverkort van toepassing. Het volleggen van daken van (boeren)bedrijven maar ook van particulieren willen we graag stimuleren. Een bedrijfsterreingewijze aanpak kan daarbij helpen. Dat kan door voortzetting of uitbreiding van de succesvolle subsidieregeling “zon voor asbest” en uiteraard door gerichte voorlichting. Voorwaarde is dan wel dat het elektriciteitsnet hierop voorbereid is.

Ook voor experimenten zoals verrijdbare zonnepanelen of verticaal geplaatste zonnepanelen, waardoor de landbouwfunctie behouden kan blijven, bieden we alle ruimte. Datzelfde geldt voor meervoudig ruimtegebruik, van zonneparkings tot gietwaterbassins. En tenslotte stimuleren we het gebruik van zonnepanelen langs infrastructuur zoals (vaar)wegen en dijken, zeker als er gebruik gemaakt kan worden van bestaande kabels. In dat opzicht zijn we groot voorstander van de combinatie van zon met windparken, zeker omdat dat door de meestal verschillende piekmomenten beter in het net inpasbaar is.

Geothermie is voor een groot deel nog onontgonnen terrein. Uit de Energierapportage (2020) blijkt dat omschakeling op geothermie zal leiden tot een aanzienlijke verlaging van de CO2 uitstoot in de glastuinbouw. Hier ligt voor Flevoland dus een interessante kans. Daarnaast leert onderzoek dat geothermie ook interessant kan zijn als bron voor warmtenetten in vooral een dichter bebouwde omgeving. We vinden dat we het onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden moeten stimuleren om zo te kijken waar we zo spoedig mogelijk de afhankelijkheid van gas kunnen verminderen.

Over kernenergie kunnen we kort zijn. Zolang het opslagprobleem niet is opgelost vinden we dit geen reëel alternatief. Wel zijn er kansrijke pilots met compacte fusiereactoren en er wordt verlekkerd gekeken naar thorium. Daar kijken we met belangstelling naar. Het duurt allemaal alleen volgens de meeste deskundigen nog tientallen jaren voordat deze technologie inzetbaar is. En daar kunnen we niet op wachten.

De vraag naar energie

Een belangrijk onderdeel van de energietransitie is het verminderen van de vraag naar (fossiele) energie door besparing of het bevorderen van duurzame alternatieven. Denk hierbij aan nieuwe en bestaande woningen die niet (meer) worden verwarmd met gas, maar bijvoorbeeld met een warmtepomp. Hieronder valt ook de ontwikkeling van waterstof als brandstof voor scheepvaart, zwaar vervoer en de zware industrie.

Door de grote aandacht voor wind- en zonneprojecten mag het efficiënt omgaan met energie niet naar de achtergrond verdwijnen. Onafhankelijke advisering aan bewoners door bijvoorbeeld energiecoöperaties of andere vrijwilligers en professionals in energieloketten verdienen ook onze steun. De PvdA is voorstander van een provinciaal energieloket dat in samenwerking met gemeenten en de gemeentelijke energieloketten bijvoorbeeld extra aandacht besteedt aan communicatie over betaalbaarheid van maatregelen. Ook voor bedrijven kan een dergelijk loket uitkomst bieden. Belangrijk is dat Flevolanders eenduidig geïnformeerd en geactiveerd worden om zelf in huis besparingsmaatregelen te treffen. Dat geldt in minstens zo sterke mate voor onze bedrijven. De PvdA vindt dat onze omgevingsdienst met extra middelen in staat gesteld moet worden het toezicht op het nemen van energiebesparende maatregelen en de daarbij behorende handhaving hierop te intensiveren.

De distributie van energie

Als gevolg van de toenemende belasting van het elektriciteitsnet door lokale en regionale ambities op het gebied van woningbouw, economische groei en de energietransitie, staat het functioneren van onze energie- infrastructuur steeds vaker onder spanning. De explosieve vraag naar en het grote aanbod van elektriciteit maakt dat het letterlijk knelt op het net.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat de benodigde aansluitingen overal tijdig gerealiseerd kunnen worden. De netbeheerder moet helaas bedrijven steeds vaker vertellen dat uitbreiding op korte termijn niet mogelijk is vanwege het gebrek aan capaciteit op het net. De ontwikkeling van duurzame energie, energiebesparing en ondersteunende energie-infrastructuren vraagt om regionale en lokale keuzes. De provincie moet, in samenwerking met gemeenten en netbeheerders, richtlijnen en kaders opstellen waarin vastgesteld wordt welke energie-infrastructuur het meest urgent is om de maatschappelijke opgaven van de provincie te faciliteren.

Om de woningbouwambitie van onze provincie waar te kunnen maken en het tekort op de woningmarkt terug te dringen, is het tijdig en voldoende reserveren van ruimte voor de benodigde energie-infrastructuur essentieel. De provincie trekt hiervoor gezamenlijk met de gemeenten en netbeheerder op bij het opstellen van omgevingsvisies en netuitbreidingen.

Daarnaast is het investeren in opslag van energie nodig omdat de opwek van zon- en windenergie niet gekoppeld is aan de vraag. Maar de transportcapaciteit op het elektriciteitsdistributienet schiet tijdens piekmomenten steeds meer tekort. Hierdoor komen de provinciale, regionale en landelijke duurzaamheidsdoelen in de verdrukking. In de aanpak hiervan speelt ook de provincie een rol. Via het programma “Energie in Balans” proberen Flevoland en Flevolandse initiatieven een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van de waterstofketen en het gebruik van waterstof als opslagmedium. Een aansluiting op de zogenaamde waterstofbackbone die door Nederland gaat lopen is hiervoor een voorwaarde. Wat betreft de PvdA mag Flevoland ook hier een koppositie in verwerven. Elektriciteit kan worden omgezet in waterstof. Deze vorm van opslag draagt bij aan de energietransitie wanneer er (overtollige) duurzame elektriciteit wordt omgezet naar groene waterstof. Daarbij moeten we ons realiseren dat dat omzetten wel veel energie kost. Dus waterstof moeten we niet lichtvaardig inzetten. Het kan fungeren als langetermijnopslag of als directe energiebron bij schaarste (en in de industrie). Waterstof is voor de middellange en lange termijn een onmisbare schakel binnen de energietransitie.

Om de ontwikkeling van een waterstofmarkt mogelijk te maken, moet er eerst een infrastructuur voor worden aangelegd. Dit maakt het voor aanbieders en gebruikers mogelijk om over te stappen naar waterstof. Wij vinden dat Flevoland deel uit moet maken van die infrastructuur. We hebben heel veel groene energie, de Maximacentrale kan (deels) over naar waterstof en er zijn tal van initiatieven in Flevoland. De verwachting is dat waterstof bijvoorbeeld binnen de logistiek een belangrijke rol gaat spelen. Dus moeten we investeren in de gebruikerskant van de waterstofketen; de mobiliteit van de toekomst, dus voer-, vaar- en vliegtuigen en bouwmaterieel op waterstof. Deze nieuwe vormen van mobiliteit kunnen alleen groeien als waterstof ook in de buurt beschikbaar is.

Behapbaar voor de Flevolander

Energiearmoede

Sinds eind 2021 en al helemaal na de Russische inval in Oekraïne zijn de prijzen voor energie razendsnel tot ongekende hoogte gestegen. Steeds meer huishoudens kunnen hierdoor de kosten voor verwarming en warm douchen niet of nauwelijks nog betalen. Deze huishoudens hebben ook niet de middelen om te investeren in verduurzaming, terwijl juist zij vaak in energetisch ‘lekke’ huizen wonen.

Dat is een probleem dat de provincie niet op kan lossen. De rijksoverheid is aan zet om te zorgen dat er compensatie geleverd wordt. De gemeente zal energiearmoede aanpakken als onderdeel van het totale armoedebeleid. Daarvoor is zij als eerste aan zet. Maar de provincie kan en moet volgens de PvdA wel ondersteunen. Energiebesparing levert een lagere energierekening op en is daardoor een mes dat aan twee kanten snijdt. Zeker daar waar Flevolanders, bijvoorbeeld zelfbewonende huiseigenaren met een laag netto besteedbaar inkomen, bij bestaande regelingen buiten de boot vallen en juist deze huiseigenaren vaak slecht geïsoleerde woningen hebben waardoor zij een relatief hoge energierekening hebben. We stellen voor dat Flevoland, naar Amsterdams voorbeeld, een Flevolandse FIXbrigade Energiebesparing inricht die hierin kan voorzien. Een functionele koppeling met werkbedrijven uit Flevoland kan daarbij meerwaarde bieden.

Werkgelegenheid

De Energietransitie is een banenmotor. Dat wordt wel eens vergeten. Om de klimaatdoelen te halen zijn vele tienduizenden extra arbeidskrachten nodig. Als het aan de PvdA ligt komen die (ook) voor een belangrijk deel uit Flevoland. In samenspraak met het in Flevoland gevestigde MBO en HBO vinden we dat we als onderdeel van onze Human Capital Agenda initiatieven moeten nemen om mensen om- of bij te scholen en tegelijkertijd banen en banenprofielen te creëren die aantrekkelijk en duurzaam zijn. De provincie overlegt hier aan de sectortafel techniek over met werkgevers en onderwijs. Onderzocht kan worden of het werkt om beurzen te verstrekken.

Van het gas af

Er is veel over te doen, voor 2050 moet iedere Nederlander “van het gas af”. Gemeenten zijn daarvoor als eerste aan zet. Zij maken Transitievisies warmte, waarin beschreven wordt met welke techniek en in welke volgorde wijken van het gas af moeten. Dat vraagt veel inzet en deskundigheid. De provincie staat wat ons betreft aan de lat om te helpen. Om te helpen met het ontwikkelen van collectieve warmtesystemen en het doorontwikkelen van die transitievisies. Samen met gemeenten kunnen we er op die manier voor zorgen dat de “nieuwe warmte” voor de Flevolander betaalbaar blijft en dat niemand tussen wal en schip komt. Daartoe richten we een provinciaal expertisecentrum warmte in.

Weten is doen

Als provincie hebben we op het gebied van de energietranistie vooral een ondersteunende rol. We trekken daarbij samen op met gemeenten en het waterschap. Met onze Flevolandse Energie Agenda ondersteunen we een community die initiatieven neemt en kennis en ervaring uitwisselt. Dat ondersteunen we actief. Met ons Expertisecentrum Energie Flevoland stimuleren we projecten en helpen we initiatiefnemers bij het zetten van de volgende stappen op weg naar realisatie, met advies, met leningen op maat of met participaties. De PvdA wil dat het mensen zo makkelijk mogelijk gemaakt wordt om de transitie door en mee te maken, zonder dat er iemand buiten de boot valt. Daarom willen we door met deze regelingen.

Tenslotte

Er zijn nog steeds Flevolanders die de noodzaak van een snelle energietransitie ontkennen. De PvdA gaat daar niet in mee. Als we kijken naar de stand van de natuur in Nederland, naar de klimaateffecten en de alarmerende wetenschappelijk onderbouwde oproepen van de Club van Rome dan is het echt 5 voor 12. Tegelijkertijd, de PvdA staat voor mensen, voor Flevolanders. En dus is het aan ons dat die transitie niet ten koste gaat van mensen, dat ook de zwaksten in de samenleving meegenomen worden in die transitie en dat het dus een sociale en solidaire transitie wordt.

Deel dit