“Omdat de aandacht vanuit politiek Den Haag sinds de jaren tachtig niet meer uitgaat naar het ondersteunen van de meest kansarme delen van Nederland worden de verschillen steeds groter. Je hebt de steden, waar ieder jaar meer mensen, banen, scholen en cafés komen, en je hebt de rest, waar het almaar minder wordt.” Floor Milikowski, sociaalgeograaf en journalist.
Groeiende steden en krimp in de landelijke gebieden: wie niet beter weet, zou kunnen denken dat de trek van de regio naar de stad een natuurwet is. Maar dat is het allerminst. Verreweg de meeste mensen willen eigenlijk helemaal niet weg uit hun eigen regio. Als je mensen vraagt, waar ze het liefst zouden wonen, blijkt dat de meesten landelijk willen wonen. Dichtbij de stad, maar wel in het groen. Bijvoorbeeld in de polder.
Dat de trend precies andersom is, heeft in belangrijke mate te maken met het gebrek aan studiemogelijkheden, werk, huizen en andere faciliteiten als goed openbaar vervoer. Dit heeft voor zowel de bewoners van het stedelijk- als van het buitengebied grote gevolgen. In het stedelijk gebied komt door de steeds verdere concentratie van bedrijvigheid en verdichting de leefbaarheid onder druk te staan. De luchtkwaliteit is beroerd en door het verdwijnen van groen neemt de hittestress toe.
Het probleem manifesteert zich weliswaar op een andere manier, maar ook in het landelijk gebied vinden twintigers geen betaalbare woning. Zij kunnen immers nergens in hun dorp terecht als ze het ouderlijk nest willen verlaten. Niet bouwen betekent dan de facto krimp. Daardoor komt het voorzieningenniveau steeds verder onder druk te staan en ontstaat een vicieuze cirkel. Waarom zou je een school openhouden als alle jonge gezinnen vertrokken zijn?
Anders dan vaak gedacht wordt de trek naar de stad niet bepaald door de ‘vrije wil’, maar door beleid. In de jaren tachtig is het beleid radicaal omgegooid en is er gekozen voor eenzijdig concentratiebeleid. Het doel was niet langer het ondersteunen van zwakke regio’s, maar het verder uitbouwen van potentieel sterke stedelijke agglomeraties. Om dat te bewerkstelligen werden steeds meer voorzieningen op het gebied van wonen, economische infrastructuur, onderwijs en cultuur geconcentreerd in stedelijk gebied.
De trek naar de stad wordt nog eens versterkt doordat bouwen in het buitengebied in de meeste provincies aan zeer strenge eisen is gebonden. Vanuit een landschappelijk oogpunt is dat misschien nog wel te begrijpen, maar het gevolg is wel dat bij het bestrijden van de huidige wooncrisis de ruimte vooral binnenstedelijk wordt gezocht. Het is niet zo, dat dit concentratiebeleid ons niets heeft gebracht. Stedelijke agglomeraties als Almere, Lelystad en Emmeloord hebben zich ontwikkeld tot belangrijke trekkers van onze provinciale economie, waarvan zeker ook een deel van de omliggende gebieden kan meeprofiteren. Het landschap buiten deze steden bleef bovendien overwegend groen. Maar door deze eenzijdige focus dreigt wel een steeds grotere kloof te ontstaan tussen stadsregio en buitengebied. Bijvoorbeeld tussen Lelystad en Swifterbant. Maar ook tussen Emmeloord en de omliggende dorpen. De recent gepubliceerde Atlas van afgehaakt Nederland maakt pijnlijk duidelijk waar dit toe heeft geleid. Door sterker te maken wat al sterk is, is wat al kwetsbaar was nog kwetsbaarder geworden. Als PvdA willen we deze tweedeling voorkomen binnen Flevoland. Dat betekent dat we op alle niveaus perspectief willen bieden.
Flevoland is uniek. Het is ’s werelds grootste inpoldering. De grote uitgestrekte natuurgebieden waar je in kunt verdwalen, het IJsselmeergebied met de randmeren om de polders, het unieke ontworpen landschap met zijn bijzondere cultuurgebieden als Schokland, Nagele en Urk vormen samen de aantrekkelijkheid en identiteit van de regio.
Het DNA van Flevoland
Maar de vraag die gesteld moet worden is: “Wat voor samenleving wil Flevoland zijn?”. Flevoland begon als een hechte gemeenschap van landbouwpioniers. Dat is het al lang niet meer. Ook het beeld van Flevoland als ‘overloopgebied’ van de Randstad is niet meer van deze tijd. Vandaag de dag onderhouden inwoners van met name Almere en Lelystad intense verbindingen met Amsterdam maar vanuit de andere delen van de provincie evengoed met Zwolle en Friesland. Deze interacties bieden kansen voor de toekomst. In Flevoland kennen we een eenzijdig woningaanbod: voornamelijk huizen in een landelijke of sub urbane setting, voornamelijk voor gezinnen met kinderen. Huishoudens worden echter kleiner en ook vergrijzing (Nederlanders worden steeds ouder) vraagt om diversificatie van de woningmarkt in Flevoland. De gemiddelde levensverwachting was in 2015 81,5 jaar. Het RIVM verwacht dat deze in 2040 oploopt tot bijna 86 jaar. De groei van het inwonersaantal is niet evenredig verdeeld onder alle leeftijdsgroepen. Duidelijk is dat de verwachte bevolkingsgroei zich vooral concentreert rondom de leeftijdscategorieën ouder dan 65. In Flevoland is deze trend sterker zichtbaar dan landelijk. Zo neemt het aantal Flevolanders ouder dan 80 jaar toe met bijna 300% over de periode 2020-2040. Landelijk ligt dit percentage veel lager. Dit wijst erop dat Flevoland qua vergrijzing een inhaalslag maakt in de periode tussen 2020 en 2040 in vergelijking met de rest van Nederland.
Veel jongeren, maar ook ouders waarvan de kinderen het huis uit zijn, verlaten de provincie omdat woonwensen veranderen. Voor studenten, starters, ouderen en tijdelijke (internationale) arbeiders is weinig te vinden op de huidige woningmarkt in Flevoland. De provincie geeft daarom het rijk met 100.000 nieuwe woningen een deel van de oplossing voor het woningvraagstuk in ons land.
Twee bijzondere groepen inwoners zijn “de sociaal bewogen 55-plussers”. Voor hen is betaalbare zelfstandige ouderenhuisvesting met bereikbare verzorging op korte afstand en goede OV-verbindingen van groot belang. De tweede (thans sterk groeiende) groep zijn de statushouders en toegelaten asielzoekers in Flevoland. Het is van belang dat elke Flevolandse gemeente ook voor huisvesting van deze groepen zorgt.
Maar voor wie bouwt de provincie dan? De woningvoorraad zal moeten worden vernieuwd. Maar ook voorzieningen moeten met de tijd meegaan om ervoor te zorgen dat minder mensen onze provincie verlaten. De bevolking van Flevoland zal er in 2040 anders uit zien en daar horen nieuwe woningbouwambities bij. De sociale cohesie en identiteit van bijvoorbeeld de Noordoostpolder en Urk moeten worden vastgehouden. Maar Flevoland zal zichtbaar en voelbaar een steeds meer pluriforme samenleving worden. Dit brengt keuzes met zich mee met betrekking tot de culturele voorzieningen, het hoger onderwijs, nationale instellingen en regionale zorg. Belangrijkst blijft dat Flevoland zijn pioniersmentaliteit ook in de toekomst eer aan doet.
En hoe nu verder?
Flevoland is volwassen geworden. Het Nieuwe Land is zo nieuw niet meer. De gemeenschappen, gebouwd vanuit die sterke pioniersmentaliteit, zijn uitgegroeid tot samenlevingen met mensen die gebonden zijn aan onze regio. Voor die mensen werken we actief aan bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond leven. Daarbij hebben en houden we oog voor onze kwetsbare inwoners. We streven in heel Flevoland naar een veerkrachtige leefomgeving bestaande uit bruisende vitale kernen, dorpen en steden waarin mensen prettig met elkaar kunnen samenleven. Een leefomgeving die toekomstbestendig is. In de toekomst zien we de Flevolandse steden zich verder ontwikkelen tot hoog-stedelijke omgevingen die een volwaardige plek innemen in het Stedelijk Netwerk Nederland. Om die steden heen zien we dorpen en middelgrote kernen liggend in een groen en open landschap en goed verbonden met de omliggende steden. Het zijn hechte, inclusieve gemeenschappen waar men prettig woont. Er zijn voldoende scholen, winkels, ontmoetingsplekken en andere voorzieningen voor een levendig dorpsleven. Middelgrote kernen zoals Dronten, Zeewolde, Urk en Emmeloord kunnen in voldoende mate terugvallen op goed bereikbare, regionale ziekenhuisvoorzieningen. Daarbij moeten spoedposten 24/7 lokaal voorhanden zijn. Ook de grote steden hebben voldoende voorzieningen die passen bij een divers aanbod aan woonomgevingen. Culturele voorzieningen, recreatiemogelijkheden, parken en pleinen zorgen voor een stedelijke cultuur met sociale cohesie. Flevoland groeit niet om te groeien. Het uitbreiden van de woonvoorraad gaat hand in hand met de zorg voor kwaliteit, duurzaamheid, vitaliteit en leefbaarheid. We creëren diverse en inclusieve woonomgevingen voor een diverse bevolkingssamenstelling waar voor iedereen een thuis is. Woonwijken zijn toonbeelden van energie-neutrale, klimaat-adaptieve, waterzuinige en circulaire woonomgevingen waar de kenmerkende Nieuwe Natuur nooit ver weg is.
De behoefte aan goede en betaalbare woningen is in Nederland -en zeker in de Randstad- groot. Van sociale huurwoningen tot in de koopsector heerst er schaarste, waardoor het voor grote groepen Nederlanders steeds lastiger is om een passende en betaalbare woning te vinden op een locatie waar het prettig wonen is. Naar verwachting zal de schaarste de komende jaren alleen maar verder toenemen. Ook in Flevoland wordt een toenemende vraag verwacht door de autonome groei van het aantal inwoners in de regio en extra vraag naar woningen vanuit de omliggende Metropoolregio Amsterdam en regio Zwolle. Flevoland kan bijdragen aan de nationale woonopgave door de woningbouw in de regio te versnellen. Uit de “Routekaart programma 100.000+ woningen” volgt dat er in Flevoland tot 2050 90.000 tot 115.000 woningen gerealiseerd kunnen worden. De steden Almere en Lelystad kunnen het leeuwendeel van deze nieuwe woningen bouwen, maar ook middelgrote kernen zoals Dronten en Emmeloord kunnen extra groeien. Voor de uitbreiding in Almere is de nieuwe wijk Pampus een belangrijk onderdeel. Realisatie van deze wijk is echter uitsluitend mogelijk als de IJmeerverbinding wordt gerealiseerd. Wij zijn voorstander van een OV-verbinding.
De woningen kunnen worden gerealiseerd rond OV-knooppunten, binnen de dorpskernen en stadsharten, op nieuwe uitleglocaties (buitenstedelijke locaties) en langs de kust. Bij de locatie voor nieuwe woningen wordt rekening gehouden met kansen en belemmeringen die vanuit het natuurlijk fundament bestaan.
We bouwen een samenleving
De provincie Flevoland heeft in haar strategische agenda opgenomen dat Gedeputeerde Staten in samenwerking met de gemeenten en het waterschap het gesprek aangaat met het rijk over de nationale en regionale opgaven voor Flevoland. Hierbij is de inzet om te komen tot een duurzame en wederkerige samenwerking welke gericht is op de doorontwikkeling van onze provincie. Groeien is mogelijk, maar wel door gelijktijdig een inhaalslag te maken op het gebied van leefbaarheid en voorzieningen, met name in de zorg en culturele sector, om zo vitale steden en dorpen te kunnen vormen. Goede bereikbaarheid van de hele provincie is daarbij een randvoorwaarde.
Bestaanszekerheid gaat over meer dan het welbevinden van het individu. Als sociaaldemocraten geloven we in de kracht van de gemeenschap. Daarom vinden we het zorgelijk dat het voorzieningenniveau in dorpen en steden steeds schraler wordt. Daar waar bedrijven wegtrekken, de laatste winkels en scholen sluiten en de bus uit het straatbeeld verdwijnt, vertrekken de mensen en verdwijnt de gemeenschapszin. De achterblijvers, die om wat voor reden dan ook niet in staat zijn de stroom te volgen, voelen zich in de steek gelaten en raken teleurgesteld. Deze vaak gemeentegrenzen overstijgende problematiek op het bordje leggen van de gemeenten is niet alleen oneerlijk, maar ook buitengewoon ineffectief. Hier ligt nadrukkelijk een rol voor de provincie en het rijk.
Daarom bepalen we gezamenlijk op welke voorzieningen iedereen -of je nu in een stad of dorp woont- moet kunnen rekenen en willen we samen met de Kamerfractie werken aan een basisvoorzieningenplan. Provincies spelen daar mede door hun “rol in de ruimte” een centrale rol in, zowel stimulerend, regisserend maar ook als toezichthouder. Net zoals we nu verscherpt financieel toezicht kunnen uitoefenen wanneer gemeenten geen sluitende begroting kunnen presenteren, kan de provincie het afgesproken voorzieningenniveau bewaken en waar nodig mede vormgeven.
Daar komt bij dat we nog een achterstand in te lopen hebben. Flevoland is een jonge provincie met tal van ontwikkelingsmogelijkheden. Op dit moment zijn nog niet alle voorzieningen op het gebied van zorg, cultuur en hoger onderwijs (van MBO tot universitair) op hetzelfde niveau als in andere provincies. Culturele voorzieningen zijn altijd achtergebleven bij de groei en zijn niet op het gemiddeld Nederlands niveau.
Wonen doe je thuis
Plezierig wonen begint met de woning, in de buurt, in de wijk. Wij zijn voorstander van gemengde wijken, waar zowel de schoonmaker als de notaris zich thuis kan voelen. Waar nieuwe en oude Nederlanders elkaars buren zijn. Waar jongeren, zodra ze daaraan toe zijn, groter kunnen gaan wonen, en ouderen kleiner. Waar ruimte is voor andere woonvormen dan alleen maar eengezinswoningen. Betaalbare zelfstandige ouderenhuisvesting met bereikbare intensieve en extensieve verzorging op korte afstand heeft daarbij onze speciale aandacht.
Betaalbaar wonen is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. Huizen zijn veel duurder geworden, hypotheken ook. En de prijzen voor gas en stroom dreigen onbetaalbaar te worden, of zijn dat al. De provincie kan dat niet oplossen, maar moet wat ons betreft ook niet de andere kant op kijken. Samen met rijk en gemeenten willen we kijken hoe we Flevolanders deze zware tijd door kunnen helpen.
Voor de langere termijn betekent dat vooral huizen bouwen. Want de hoge prijzen worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door een tekort aan woningen. We trekken samen met gemeenten op om zo snel mogelijk woningen bij te bouwen. In Flevoland kan dat. De PvdA vindt het van belang dat Flevoland bijdraagt aan de nationale woningbouwopgave door extra, betaalbare woningen te bouwen. Met de bouw wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan de bestaande leefomgeving. Er wordt een divers aanbod aan woningen en woonomgevingen gerealiseerd, om Flevoland aantrekkelijk te houden en te maken voor verschillende “typen” bewoners in verschillende levensfasen. Die woningbouw is ook nodig om de groep statushouders, toegelaten asielzoekers en arbeidsmigranten in onze provincie welkom te kunnen heten en fatsoenlijk te kunnen huisvesten. Wij blijven daarin onze verantwoordelijkheid nemen.
In 2021 stonden er 174.659 woningen in Flevoland, hiervan was 65% koopwoning. Van de woningen is 26% eigendom van een huurcorporatie en de overige 9% wordt anders verhuurd. Er is echter steeds meer behoefte aan huurwoningen en betaalbare koopwoningen. Daarom moet de provincie aansturen op uitbreiding van het aantal huurwoningen en een verbod op verkoop van sociale huurwoningen.
Wonen is meer dan een huis
Als we alleen maar woningen bouwen, dan bouwen we voor de leegstand. Want mensen willen wonen waar het leuk is, waar het veilig is en waar de faciliteiten om de hoek zijn. Voorzieningen zijn de levensaders van de steden en dorpen.
We willen op alle niveaus perspectief bieden. Daarbij hebben stad en buitengebied elkaar hard nodig. Iedereen moet kunnen blijven wonen in de omgeving waar hij of zij vandaan komt. Of dat nu een stad of een dorp is. Daarom zullen we afscheid moeten nemen van het eenzijdige concentratiebeleid en ons richten op een evenwichtige verdeling van woningen in alle soorten en voorzieningen over de hele provincie.
Onze doelen:
- Klimaat adaptief bouwen
- Gemengde wijken
- Woningen creëren naar behoeften
- Betaalbaar
- Kleiner
- Starterswoningen
- Seniorenwoningen
- Studentenwoningen
- Tijdelijkewoningenvoorarbeiders
- Contacttussengeneraties
- Gemengdewijken
- Woningen/boerderijenopdeleninmeerderunitsindeNoordoostpolder
- Niet alleen maar bouwen maar ook zorgen voor voldoende voorzieningen
- Er komen meer levensbestendige woningen waarin wonen en zorg beter te combineren valt en je met een gerust gevoel ouder kunt worden
- We investeren in leefbare buurten en wijken in vitale dorpen en steden. Het gaat hierbij niet alleen om stenen stapelen, maar ook om goed onderwijs, perspectief op werk, veiligheid op straat, het aanbod van cultuur, groen en betrokkenheid van de bewoners
- Er bestaan grote verschillen in de financiële positie van provincies. Dit betekent dat “armere” provincies, zoals Zeeland en Flevoland, per hoofd van de bevolking veel minder investeren in OV, de energietransitie en cultuur. Wij onderzoeken hoe dit rechtgetrokken kan worden
Essentiële voorzieningen
Goede zorg
De samenleving van Flevoland is gezond, welvarend en betrokken; iedereen doet mee en hoort erbij. De PvdA vindt het van belang dat de provincie een zorglandschap en aanbod faciliteert dat past bij de behoeften en mogelijkheden van Flevoland in 2030 en daarna, waarbij bereikbaarheid en betaalbaarheid hand in hand gaan. Daarom is het van belang om te werken aan een stevige zorginfrastructuur en een zorgaanbod dat past bij de behoeften en mogelijkheden van Flevoland(ers) in 2030 en daarna. Zorg dient voor iedereen bereikbaar en betaalbaar te zijn. De zorgtafel Flevoland levert hiervoor belangrijke input en is een waardevol vehikel gebleken om de ambitie van de provincie vorm te geven.
Maar daarmee alleen zijn we er niet. Door het omvallen van een aantal ziekenhuizen zijn we in Flevoland “gedwongen” om naar een nieuwe toekomstbestendige infrastructuur in de zorg te kijken. Dat doen we samen aan de zorgtafel en als het aan de PvdA ligt pakt de provincie daar een leidende rol in. Door het gedachtengoed van positieve gezondheid te omarmen en in te zetten op preventie verbeteren we de leefomstandigheden van Flevolanders. Om met het motto van het programma WEL te spreken: “Iedereen gezond en gelukkig, ongeacht wie je bent en wat je kunt… wie wil dat niet?”
Met de groei van Flevoland groeit ook de zorgvraag. Tegelijkertijd is die zorg een kans, een kans om het voorzieningenniveau op peil te brengen en zowel de eerste als tweedelijns gezondheidszorg te versterken. Daar wil de PvdA zich graag voor inzetten.
Onze doelen:
- Werken aan een leefomgeving die toekomstbestendig is, met oog voor kwetsbaardere inwoners in onze provincie. Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en vitaliteit zijn hierbij leidend
- Specialistische zorg naar de provincie brengen
- Uitbreiden van het (hoger)onderwijs, door middel van kenniscentra en faculteiten gebaseerd op lokale kennis. Bijvoorbeeld in de innovatie van de (circulaire) landbouw en techniek
- Samenwerking in de zorg bleek de sleutel tot het opvangen van de eerste coronagolf. Dat was het geval voor de ziekenhuiszorg, maar die les geldt breder. We continueren daarom de aanpak veerkrachtige en gezonde inwoners via het platvorm WEL en Toekomstbestendige gezondheidszorg via het platform Zorgtafel
Onderwijs
Een goede kennisinfrastructuur kenmerkt zich door een verscheidenheid aan instellingen en organisaties gericht op kennisontwikkeling, kennisverspreiding en kennistoepassing. Onderwijsinstellingen zijn hiervoor de basis. In Flevoland is het basis- en praktijkonderwijs goed vertegenwoordigd, al staat de kwaliteit van het onderwijs (ondermeer door het tekort aan leerkrachten/docenten) onder druk. In mindere mate is er in Flevoland hoger en universitair onderwijs aanwezig – uitgezonderd op het gebied van agro & food. Hierdoor trekken jongeren die een HBO of universitaire opleiding willen volgen weg uit de regio met de kans dat ze niet meer terugkomen. Dat terwijl juist deze opgeleide jongeren nodig zijn om de verschillende clusters in Flevoland verder te laten groeien. Hier ligt een opgave in het versterken van de kennisinfrastructuur in Flevoland, om de beroepsbevolking op te leiden voor nieuwe ontwikkelingen en technologieën. De kansen daarvoor zitten in het koppelen van technische opleidingen in het middelbaar en hoger onderwijs met de innovatieve clusters in de regio. Te denken valt aan opleidingen die bijvoorbeeld aansluiten op de circulaire bouw, het bouwen van windmolens in de maakindustrie, de hoogtechnologische akkerbouw of data- technologieën. Daarvoor is niet één universiteit of hogeschool nodig, maar een verzameling aan specifieke opleidingsinstituten. De PvdA wil zich sterk maken voor het in Flevoland realiseren van hoofdvestigingen voor MBO en HBO en dependances van universiteiten, die aansluiten op de economische clusters in de regio. Op deze wijze ontstaat een goed geschoolde pool aan arbeidskrachten op alle opleidingsniveaus, die in de economische clusters aan de slag kunnen en zich binden aan de regio.
Onze doelen:
- Uitbreiden van het (hoger)onderwijs, door middel van kenniscentra en faculteiten gebaseerd op lokale kennis. Bijvoorbeeld in de innovatie van de (circulaire) landbouw en techniek
- Het lerarentekort is een bedreiging voor het onderwijs. Omdat de tekorten vaak groter zijn op plekken met meer kans op leerachterstanden, zorgen de tekorten voor meer ongelijkheid. Daarom investeren wij in een sectortafel Onderwijs onder regie van het Regionaal Werkbedrijf
Toegankelijke cultuur
Kunst en cultuur lopen in Flevoland achter ten opzichte van andere provincies. We hebben geen beeldbepalend museum. De PvdA is voorstander van een museum passend bij onze omvang en dat ook daadwerkelijk iets toevoegt. Een koppeling aan de voor onze provincie zo kenmerkende en gewaardeerde landschapskunst ligt daarbij voor de hand. Tegelijkertijd moeten we daarbij wel de betaalbaarheid in het oog houden.
Er is in Flevoland geen concertzaal te vinden. Dat is jammer, ook als het gaat om het stimuleren van de amateurkunst. Wij vinden dat de provincie zich in zou moeten zetten om samen met een van de gemeenten er een te realiseren. Bijvoorbeeld in de nieuw te ontwikkelen wijk Pampus, als aanjager van de ontwikkeling. En wat te denken om samen met Flevolandse -en andere- beeldende kunstenaars een beeldenpark toe te voegen aan het Oostvaardersveld? Cultuur is volgens velen de basis van de samenleving. Dit moet dan dus ook meer aanwezig zijn in de provincie. We zijn inmiddels internationaal bekend met onze Landschapskunst. Maar die moet toegankelijker worden voor alle Flevolanders. En de PvdA verwelkomt nieuwe initiatieven op dit gebied. Ook erfgoed kan een grotere rol spelen door op meerdere plaatsen hier aandacht aan te besteden. Of zoals Eva Vriend dat zo treffend zegt in de uitzending van radio 1 op 27/10 jongstleden:
“We hebben te weinig aandacht voor het behoud van Flevolands Erfgoed, wellicht omdat in onze jonge provincie het historisch besef nog wat minder ontwikkeld is.”
De doorontwikkeling van ons eigen provinciaal museum Batavialand, inclusief het op het land plaatsen van de Batavia zou wat ons betreft de komende periode gerealiseerd moeten kunnen worden.
Flevoland is een voortrekker op het vlak van cultuureducatie. Via het programma Cultuureducatie met Kwaliteit werken scholen en culturele instellingen in Flevoland samen om kunst en cultuur een vast onderdeel van het lesprogramma te maken. Doordat leerlingen in aanraking komen met verschillende vormen zoals muziek, dans, beeldende kunst, theater, hiphop en erfgoed leren ze om hun creatieve en culturele vaardigheden te ontwikkelen en ook persoonlijk en in sociaal opzicht te groeien. Hiermee stimuleren we de verbeeldingskracht, het waarnemingsvermogen en de communicatieve vaardigheden van leerlingen.
Bedrijven als Cultuurbedrijf Noordoostpolder in Emmeloord (maar onder anderen ook: De Meerpaal en De Kubus) zouden daarom moeten worden gesteund. Bij Cultuurbedrijf Noordoostpolder volgen wekelijks circa 1200 leerlingen lessen muziek, dans, drama en beeldend. Dergelijke bedrijven moeten (bijvoorbeeld financieel) worden gestimuleerd om diensten aan te bieden aan mensen die dit zelf niet kunnen betalen. Om zo kunst en cultuur toegankelijk te maken voor eenieder.
Onze doelen:
- Kansen bieden aan culturele initiatieven binnen de provincie
- Voortrekker zijn op het gebied van cultuureducatie
- We versterken de samenwerking met landelijk opererende organisaties zoals Mee.nl, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Sportkracht 12, NOC*NSF, Fonds Gehandicaptensport, Ouderenfonds en Stichting Life Goals
- We ondersteunen de culturele en creatieve sector en besteden structureel meer geld om de problemen die er ook voor de coronacrisis al waren op te lossen. Dat doen we door extra investeringen in de culturele en creatieve infrastructuur via het rijk, maar ook via de provincie
Sport
In een inclusieve samenleving moet ook sport toegankelijk zijn voor iedereen. Sporten is gezond voor geest en lichaam. Daarnaast dient sport als een ontmoetingsplek voor allerlei mensen. Vandaar ook dat als het aan de PvdA ligt de provincie blijft inzetten op het ondersteunen van (grootschalige) sportevenementen. Het geeft mensen een plek in de maatschappij. Dat geldt zeker voor het faciliteren van sporten voor en door mensen met een beperking. Daar waar gemeenten daar onvoldoende aan toe komen ligt hier volgens de PvdA ook voor de provincie een taak.
Onze doelen:
- Openbare sportfaciliteiten stimuleren
Flevoland is geen eiland
Voor de investeringen in wegen, spoorwegen en vaarwegen die horen bij de schaalsprong die Flevoland gaat maken in aantallen woningen en inwoners, ligt de bal in veel gevallen bij het rijk. Aanleg en opwaardering van verkeersassen als IJmeerverbinding, Lelylijn, N50, A28 en A6 zijn investeringen in de hoofdstructuur van Nederland. Voor Flevoland is het belangrijk dat de hoofdinfrastructuur de groei in het verkeer aankan. Anders komen Flevolanders nog meer in de file te staan of in overvolle treinen te zitten.
De meeste dagelijkse verplaatsingen vinden plaats binnen de eigen regio. Het is daarom een belangrijke taak van de provincie om een goede regionale bereikbaarheid te realiseren. Het gaat hier om zowel onze verbindingswegen, maar ook bruggen en tunnels. Daarbij hebben we in Flevoland de ruimte om te zorgen voor een goed evenwicht tussen auto- en fietsverbindingen. Daarnaast is het de taak van de provincie om te bepalen welke bedrijven het openbaar vervoer, als trein en busverkeer, in de provincie mogen verzorgen.
De provincie Flevoland wil zich profileren als aantrekkelijke woonregio en heeft als doel banen te scheppen in toekomstgerichte clusters. Daar kan de PvdA Flevoland zich bij aansluiten. Mobiliteit is hierbij cruciaal. Jonge mensen trekken nu weg uit de provincie. Elders is het aantrekkelijker om te wonen en/of te werken. Een publieke ruimte met meer plek voor ontmoeting en beweging kan ervoor zorgen dat de kwaliteit van de leefomgeving verbetert. Zo hebben de jonge mensen die wegtrekken meer reden om hier te blijven wonen en is de provincie aantrekkelijk voor de gezinnen die de 100.000 woningen zullen betrekken. Hier maakt een duurzame en betrouwbare infrastructuur deel van uit.
Steeds meer mensen kiezen ervoor om elektrisch te gaan rijden. De provincie heeft daardoor de opdracht om de benodigde hoeveelheid laadpunten te inventariseren, het aanwijzen van locaties voor deze laadpunten en het inpassen hiervan op het elektriciteitsnet. Dit brengt de nodige aandachtspunten met zich mee.
De provincie zal volgens de PvdA Flevoland een ondersteunende rol moeten aannemen als het gaat om de uitrol van de publieke laadpunten voor elektrische voertuigen. Steeds meer mensen zien de urgentie om elektrisch te gaan rijden, uit duurzaamheidsoverwegingen of simpelweg omdat de benzine en dieselprijzen hoger zijn dan ooit tevoren. Dit vraagt voldoende ambtelijke capaciteit, zodat een duidelijk plan opgesteld kan worden. Hierdoor wordt het voor marktpartijen als netbeheerders voorspelbaarder wat van hen verwacht wordt en kunnen zij hier tijdig op inspelen.
Het is van belang voldoende laadpunten te realiseren, maar ook kwaliteit is hierbij van belang. Slim laden zal hierbij het uitgangspunt moeten zijn. Met slim laden worden de snelheid en het tijdstip van laden aangepast aan de ruimte op het lokale stroomnet. Zo wordt de schaarse ruimte op het bestaande elektriciteitsnet optimaal benut. De provincie kan hier eisen voor stellen in de regionale concessies. Het rijk heeft het voornemen uitgesproken om slim laden de norm te laten zijn per 2025, het is van belang dat de provincie hier dan ook op in speelt.
Het is een taak voor zowel de provincie als het rijk om laadvoorzieningen te organiseren, bijvoorbeeld op verzorgingsplaatsen. Het aantal elektrische vrachtwagens en bestelbussen is nu nog gering, maar dat zal binnen een aantal jaren snel veranderen. De nationale ambitie is dat in 2030 tenminste 250.000 bestelauto’s en 16.000 vrachtauto’s zero-emissie zijn. Voor de logistieke sector zijn zwaardere laadpalen vereist, wat nog meer zal vragen van ons elektriciteitsnet. De provincie zal dus in kaart moeten brengen waar de knelpunten liggen en waar zij dus moet acteren.
Openbaar vervoer
Nederland zit midden in een enorme mobiliteitstransitie. Binnen de Europese unie, als ook nationaal is afgesproken dat we in 2030 de uitstoot van CO2 hebben teruggebracht met minstens 55%. Dat maakt dat deze opgave ook grotendeels een taak is voor de verschillende provincies, waaronder Flevoland. Het openbaar vervoer zal een belangrijke rol (kunnen) spelen bij het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Als het gaat om mobiliteit en openbaar vervoer, dan valt er in Flevoland veel te winnen. Kijk bijvoorbeeld naar de huidige reistijden met het openbaar vervoer. In steden als Almere en Lelystad is dit geen probleem. Maar wie verder kijkt, ziet al snel dat dit veel beter kan. Door middel van de app Travel Time, is te zien hoe groot het bereik is met het openbaar vervoer binnen een bepaald tijdsbestek.
Op deze afbeelding is te zien dat het vanuit Emmeloord niet mogelijk is om binnen drie kwartier in een van de kernen en aan de andere kant van de Ketelbrug te komen. Dit terwijl bijvoorbeeld de reistijd Emmeloord-Lelystad met de auto ongeveer een half uur beslaat. Ook de reistijd van Swifterbant naar bijvoorbeeld Lelystad is met het openbaar vervoer dubbel zo lang als met de auto. Gebruik van openbaar vervoer zal betaalbaar en efficiënter moeten zijn om het aantrekkelijker te maken voor de bewoners van de provincie Flevoland. Dat betekent dat we van de vervoerders slimme maatregelen verwachten om de kleine kernen bereik maat” (mobilty as service).
Het openbaar vervoer heeft het tijdens de coronacrisis echter niet makkelijk gehad. Vervoersbedrijven hebben het ook nu nog moeilijk. Het aantal reizigers is nog steeds niet zoals voor de pandemie en ook zijn er personeelstekorten en dat heeft negatieve gevolgen voor de dienstregelingen.
Door corona zijn reizigerspatronen veranderd, maar de verwachting is wel dat het totaal aantal ov- gebruikers de komende jaren zal toenemen. Zo groeit bijvoorbeeld het aantal studenten en zullen er dus ook meer studenten gebruik gaan maken van het openbaar vervoer. Ook is nu al zichtbaar dat in de weekenden het openbaar vervoer populair is om een dagje mee weg te gaan.
Het is belangrijk om t.a.v. de ‘vangnetregeling’ goede afspraken met het rijk te maken zodat Flevoland aantrekkelijk openbaar vervoer kan bieden aan de bewoners en de gasten, wat weer bijdraagt aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van onze provincie. Bovendien is de trein onmisbaar om de klimaatdoelstellingen te halen.
Onze doelen:
- Openbaar vervoer betaalbaar voor iedereen
- De provincie Flevoland een voorloper laten zijn in verduurzaming, door kansen te bieden aan innovatieve projecten
- Ambtelijke capaciteit voor de verduurzaming van de huidige infrastructuur uitbreiden
- Duidelijke visie en/of meerjarenplan opstellen met betrekking tot publieke laadpunten en zwaardere laadpunten voor de logistieke sector binnen de provincie
- Het voortouw nemen in het realiseren van een goed alternatief voor de auto, doormiddel van een betrouwbaar publiek vervoer
- De Lelylijn is cruciaal bij het verbeteren van de verbinding tussen de Randstad en het Noorden.
- Daarnaast zal hierdoor de bereikbaarheid van de Noordoostpolder aanzienlijk verbeteren. En daarmee reistijden verkorten
- Om te zorgen dat heel Nederland goed bereikbaar is en niemand gedwongen hoeft te verhuizen is goed openbaar vervoer essentieel. Daarom willen we stad en platteland goed met elkaar verbinden